Van start dan maar met dit Nederlandse product, wat alleen in Frankrijk kon aarden.
De Koolhoven F.K.58 is in 1938 ontwikkeld op verzoek van de Franse regering die problemen had om met Curtiss-Wright tot overeenstemming te komen over de levering van Hawk 75A jagers. Het prototype, uitgerust met een Hispano-Suiza motor, vloog op 17 juli 1938 na een bouwtijd van slechts 8 weken. Pas in januari 1939 plaatste de Franse regering een order voor 50 vliegtuigen, die toen bedoeld waren om dienst te doen in Frans Indochina, waar op dat moment in het geheel geen vliegtuigen waren om het hoofd te bieden aan de Japanse dreiging. In verband met de grootte van de order heeft Koolhoven de bouw van 10 vliegtuigen uitbesteed aan SABCA in België. Die zijn in mei 1940 zonder motoren op de trein gezet naar Frankrijk en onderweg door een bombardement van de Luftwaffe vernietigd.
Voor september 1939 zijn door Koolhoven 17 F.K.58’s afgeleverd, waarvan de eerste vier met Hispano motoren en de resterende met Gnome-Rhône 14N39 motoren van 1030 pk. Omdat de levering van onderdelen (motoren en instrumenten) uit Frankrijk problemen opleverde. Is toen besloten om de resterende jagers af te bouwen in een fabriek in Nevèrs, Frankrijk. Zij zijn in diverse stadia van afbouw in september 1939 daar gearriveerd, en tussen december 1939 en mei 1940 zijn tenminste 12 toestellen daar afgebouwd en afgeleverd.
De F.K.58’s zijn ingezet als luchtverdedigingsjager bij een aantal vliegvelden, als trainer bij een Poolse eenheid van het Armée de l’Air en één of twee bij een opleidingseenheid als grondinstructietoestel.
De F.K.58 was bewapend met vier 7,5 mm FN Browning mitrailleurs in de vleugel. Met de Gnome-Rhone motor had het een maximum snelheid van 475 km/uur. Het startgewicht was 2750 kg, de spanwijdte 10,97 m en de lengte 8,68 m.
Met Nederland had een F.K.58 een knipperlicht relatie. Zo maakte het Wapen van de Militaire Luchtvaart (zoals de LVA toen heette) geen gebruik van een aanbod om de Franse F.K.58’s over te nemen (de Franse luchtvaartindustrie bleek uiteindelijk veel sneller eigen toestellen te kunnen leveren dan verwacht), maar besloot in juli 1939 wel 36 toestellen te bestellen, uitgerust met een Bristol Taurus III motor, die na september 1939 niet meer leverbaar was in verband met de Engelse behoefte aan vliegtuigen.
Nog een plaatje van de Fransman.
En een heel aantal bij de Koolhoven fabriek in afwachting van het overvliegen naar Frankrijk.
Dan de kit. Die zit in een klein doosje van 11 x 20 cm en heeft de Gnome-Rhone versie als voorbeeld, en wel de kist met nummer 11 van het 2de Escadrille te Salon/Clermont in de uitmonstering van Juni 1940.
En dit is de inhoud.
Handleiding simpel, maar voor dit soort kitjes uitgebreid.
Intussen op internet het nodige opgezocht. Een paar foto's en natuurlijk Flight artikelen. En een mooie cut out tekening.
Verder nog een aantal foto's gekregen van Henri Kaper van de Stichting Koolhoven Vliegtuigen; vooral een aantal cockpit foto's en detail opnamen, o.a. uit het F.K.58 handboek. Via hem ook een aanzichten tekening en foto's van een vliegend model.
Om aan te sluiten bij de discussie over het interieur: Broplan noemt Humbrol 77. Dat potje moet ik nog kopen. Ik hoop dezer dagen wat tijd te krijgen om echt te beginnen, maar mijn F.27 Maritime diorama moet ook nog af.
Rob
_________________
----------------
Bouwverslagen op
http://www.hollandaircraft.nl/De 1/144 kit van F-RSIN van de Fokker F.28 Mk. 1000 is on-hold. Nu bezig met de 1/72 Valom kit van de Fokker T.V en de masters voor een 1/72 Koolhoven F.K.55 kit.