Dank voor de aanmoedigingen.
Citaat:
Pratt & Whitney R-1830 Twin Wasp
Aan het begin van de jaren dertig pionierde Pratt & Whitney met radiaalmotoren waarbij de zuigers achter elkaar, in twee rijen van elk 7 cilinders, werden opgesteld; de ‘Twin Wasp’. De typeaanduiding ‘R-1830’ komt van de brandstofverplaatsing van 1.830 kubieke inch (Cilinderinhoud= 30 liter) en de ‘R’ staat voor ‘radial’.
Van deze motor zijn tussen 1932-1951 173.618 exemplaren gebouwd. Het is één van de belangrijkste vliegtuigmotoren uit de tweedewereldoorlog en de hele Wasp motorenserie is één van de meest iconische motorseries ooit gebouwd.
De C-47A werd aangedreven door twee R-1830-92 (Twin Wasp S1C3-G) motoren met een maximum continu vermogen van 1.200 pk bij 2.700 r.p.m. op zeeniveau voor het opstijgen. De standaard propeller is een Hamilton-standaard Hydromatic full-feathering, constant speed propeller met een diameter van 11 voet, 6 inch (3,505 meter) en een 3E50 hub.
De C-47B had R-1830-90 motoren met superchargers (twee snelheden) en extra brandstoftanks in de cabine (voor Himalaya routes). Na de tweede wereld oorlog werden van al deze motoren, middels een modificatie, de ‘high blower’ van de supercharger uitgeschakeld of verwijderd. Gemodificeerde toestellen gingen verder onder de benaming C-47D.
De specificaties van de R-1830-90, geïnstalleerd op de C-47B/C-47D (vermoedelijk ook op de 5 modellen 'C'), waren bijna hetzelfde als de -92 motor van de C-47A. Verplaatsing en compressieverhouding waren identiek. De diameters van de motoren waren hetzelfde, hoewel de -90 iets langer was dan de -92 (4.699-6.960 centimeter). De R-1830-90 kon 1000 pk handhaven op 2.550 r.p.m. op 12.500 voet (3.810 meter) en 1.000 pk bij 2.700 r.p.m. op 14.000 voet (4.267 meter), een aanzienlijke toename ten opzichte van de -92.
De crank shaft (die heet eigenlijk ‘reduction gear housing’) moest nog aan alle kanten worden uitgeboord. Door het hart voor de krukas en 14 0.1mm gaatjes langs de ring waar straks de ontstekingskabels door gaan lopen.
Eerst is alles alu gespoten.
Daarna de diverse onderdelen voorzien van een wash en glanslak. Daarna kon de motor in elkaar.
Eerste stadium (van links naar rechts: Vector Resin - Airfix - Revell). De crank shaft is bij alle drie de setjes XF-18 gespoten.
Een aardig zenuwklusje was het plaatsen van 28 push rods. 14 stuks voor intake en 14 voor de exhaust slag van de motor. En dat dan keer 2. pff wat een klus.
En met de rods zwart geschilderd. Hier valt goed op hoe veel te klein de Revell motor eigenlijk is. De volgende stap is het aanbrengen van de ontstekingskabels. Voor de Revell en Airfix heb ik daarvoor PE, maar voor de Vector motor zal ik zelf looddraadjes gaan trekken.
VJ