...of zoals de normale mensen onder ons 'm kennen; de A6M5b.
Aangezien ik zoveel op mijn shelf of doom heb liggen, kan ik me niet eens meer voor de geest halen of dit één van mijn vele nachtdienstprojecten is geweest of dat ik aan deze kit ben begonnen tijdens een sessie plakken buiten de deur. Ik geloof het laatste...
Dus, om maar gelijk met de deur in huis te vallen, mag ik u voorstellen:
Mitsubishi A6M5b:Bron: https://shellwings.wordpress.com/2015/11/Da's grappig, het toestel wat ik heb gemaakt staat op deze foto. De Mitsubishi A6M Zero was een lange afstands jager (ruim 3000km voor de A6M2), in dienst van de IJN van 1940 t/m 1945.
De naam Zero komt van het laatste cijfer van het jaar 2600 in de traditionele Keizerlijke jaartelling, wat overeenkomt met het 1940 (vraag me niet naar de details alsjeblieft. ).
In het begin van de oorlog bleek de Zero een formidabele tegenstander voor de Gealliëerden, met een kill/death
ratio van 12/1 ( ), maar in 1942 was er van dat 'formidabele' weinig over; nieuw materieel en nieuwe tactieken zorgden ervoor dat de luchtmacht van de Gealliëerden en de IJN opeens aan elkaar gewaagd waren.
In 1943 was, door de beperkingen van het ontwerp van de Zero en het gebrek aan sterkere motoren, er van het 'formidabele' helemaal niets meer over. De Zero was steeds minder effectief tegen de nieuwere Amerikaanse jagers zoals de F6F Hellcat en de F4U Corsair. Deze waren zwaarder bewapend, beter gepantserd, en nagenoeg net zo wendbaar als de Zero.
Tegen 1944 was de Zero eigenlijk verouderd, maar omdat de ontwikkeling van betere toestellen steeds maar vertraging opliep, bleef de Zero tot het einde van de oorlog in actieve dienst.
Dan nu wat specifieke info over de A6M5 en daar de subversie 'b' van.
Sommige mensen beweren dat de Type 0 Model 52, of de A6M5 de meest effectieve versie van de Zero is geweest.
Bij deze versies werd de spanwijdte wederom verkleind (dit gebeurde bij de A6M3 ook al), en het vleugel vouw mechanisme werd weggelaten. Verder werden de ailerons en flaps aangepast.
Ondanks dat de Zero een vliegtuig is van Mitsubishi Aircraft Company, zijn de meeste Model 52's door Nakajima gebouwd (behalve mijn exemplaar, die is door J. Naut Aerospace Industries gebouwd ).
De eerste paar Model 52's hadden nog de oude collectieve uitlaten, en later werden de individuele uitlaten gebruikt. Deze laatste produceerden wat stuwkracht, wat de topsnelheid ten goede kwam.
Nu zijn er bij de Model 52's onderling ook nog verschillen, deze betroffen vooral de bewapening. Om deze te goed te kunnen vergelijken hier nog even de bewapening van de 'standaard' Model 52:
2x 7,7mm Type 97 MG in de romp met 500 schoten per stuk
1x 20mm Type 99 Model 2 in elke vleugel met 100 schoten per stuk
Model 52Kō (A6M5a): Beginnend bij vliegtuignummer 4651 werd de bewapening in de vleugels aangepast. De trommel gevoede Type 99 Model 2 Mark 3's (wat een benaming zeg... ) werden vervangen voor Type 99 Model 2 mark 4's die met een patroonband gevoed konden worden. Deze wapens hadden zo 125 schoten per stuk. De druppelvormige bult onder de vleugel (de uitsparing voor de trommel) werd verwijderd en de uitwerp-opening voor de lege hulzen werd verplaatst. De huidbeplating van de vleugels werd van dikkere platen gemaakt, zodat de Zero hogere duiksnelheden kon weerstaan.
Model 52Otsu (A6M5b):
Bij dit subtype werd de rechter 7,7mm Type 97 vervangen voor de grotere 13,2mm Type 3 (een wapen gebaseerd op de Amerikaanse .50, maar gebruikte het Franse 13,2x96mm patroon) met 250 schoten. Omdat het wapen groter was werd de vuurmond in de cowling ook groter gemaakt. Verder had dit subtype een grotere propeller spinner, een plak pantserglas achter het windscherm, en gebruikte deze toestellen een ander type buik-tank. Deze versie werd geproduceerd tussen April en Oktober 1944.
Model 52Hei (A6M5c): De overgebleven 7,7mm in de romp werd verwijderd, en in elke vleugel kwam er een 13,2mm bij. Totaal aan wapens komt neer op 3 13,2mm's en 2 20mm's.
Verder was er een pantserplaat achter de stoel geplaatst, werd de ophanging van de buik-tank gewijzigd en de vleugelhuid was weer dikker gemaakt.
Deze versie werd het vaakst gebruikt om B-29's mee te onderscheppen.
Tot zover deze kleine les Zero 101. Ik heb de A6M5a en A6M5c ook liggen, dus daar komt t.z.t. een verslag van (duobouw?
).
Maar goed... Foto's?
Foto's!
Als eerste de boxart voor iedereen die deze kit misschien ook zou willen bouwen:
Vervolgens spoelen we door naar de cockpit. Deze is gespoten in Tamiya's interior green (XF-71). In mijn ogen een hele mooie allround kleur, ik gebruik het ook voor Engelse en Italiaanse toestellen.
De witte vlekken zijn houtlijm die ik op de instrumenten had gedaan om glaasjes te simuleren. De lijm was nog niet droog op de foto.
Met een beetje chippen, washen en detailschilderen krijg je al snel een leuk pitje zonder er PE voor te hoeven hebben.
De typische zwarte neus:
Staat altijd wel goed op die IJN kisten.
En de inhoud van de neus:
En toen kon alweer snel het één en ander in elkaar, en kon de onderkant gespoten worden.
Dit heb ik gedaan met Gunze's IJN Grey.
Nog even een kijkje in het pitje:
Stoeltje was resin trouwens.
En deurtje dicht:
Nadat de cockpitkap een laagje interior green heeft gehad kon ik met Gunze's IJN Green aan de gang, en besloot ik gelijk maar weer eens te spelen met het postshaden.
Met onderstaand resultaat:
De cowling werd nog een keer bijgewerkt na dit moment trouwens.
En toen kwam het decallen...
Ik was aanvankelijk niet echt een fan van de groene randen om de rode stippen. Het idee achter de groene randen was dat deze aanvankelijk wit waren en overgeschilderd zijn omdat wit toch vrij opvallend was (kennelijk is een grote rode schietschijf op de romp en vleugels dat niet
).
Wat betreft de witte strepen op de cowling, dit is een educated guess, maar ik kan me heel goed voorstellen dat deze waren om de wapens met de prop te synchroniseren. Het feit dat de lijn voor de 7,7mm op een andere plek t.o.v. de vuurmond zit dan die voor de 13,2mm lijkt dit te bevestigen.
En toen werd het spannend! We mochten gaan verweren!
Ik begon met het chippen, en daar ben ik wel even mee bezig geweest. Daarna kreeg de hele handel een wash in olieverf.
Echter was de kleur ook nog eens een vraagstuk... De Zero was al vrij donker, dus als daar een wash van Van Dyke Brown overheen zou gaan zou de boel nog donkerder worden.
Dus! Iets geligs it is! Ik heb Yellow Ochre gebruikt, wegens met geel kan je groene verf heel mooi vaal laten lijken. Dit was dus één groot experiment, maar ik ben in principe niet ontevreden. Zie onderstaande foto's..
En toen kwamen de uitlaatsporen, gespoten in Gunze's Soot:
De antenne was al vrij snel gebroken, dus ik heb uit een Tamiya kit, waar er 2 inzitten ééntje 'geleend' zodat deze in ieder geval weer compleet was.
Daarna was het enkel afbouwen, nog een paar kleine decals aanbrengen, cockpit uitpakken en een draadje spannen...
O ja!
De externe brandstoftanks...
Dat was ook nog een uitdaging. Hasegawa wilde nameijk dat de tanks recht boven een paneellijn zouden komen.
Dat leek me vrij onwaarschijnlijk, en na de onderzijde van de vleugels nog eens bekeken te hebben kwam ik 2 verdachte luikjes tegen.
Deze luikjes leken mij voor externe tanks bedoeld, en na het bekijken van tekeningen en foto's kwam ik tot de conclusie dat ik het beste een gaatje kon boren in deze luikjes.
En zo geschiede.
En dan (eindelijk) plaatjes van het eindresultaat.
Met flits lijkt er al vrij snel een gele waas op het geheel te zitten, maar met daglicht valt dat reuze mee.
Wat vind ik er zelf van?
Well, ik ben in principe niet ontevreden. Ik heb weer wat nieuws geprobeerd, en eerlijk is eerlijk, deze Hasegawa kits zijn heel gaaf!
Wel moet ik nog steeds leren om de wash aan de bovenkant genoeg droogtijd te geven... Ik heb het weer voor elkaar gekregen om op een plek een mooie vingerafdruk achter te laten...
Maar al met al, ik ben niet ontevreden.
Danny