Hoewel iedereen de Fokker G.I waarschijnlijk kent, toch nog maar een korte inleiding. Ten tijde van z’n eerste vlucht in maart 1937 was de Fokker G.I een tamelijk nieuw concept, dat goede prestaties combineerde met een ongewoon zware bewapening. Hij was een vertegenwoordiger van de in de eerste helft van de dertiger jaren dominante luchtverdedigingsfilosofie, die om zwaarbewapende, grote vliegtuigen vroeg die in het luchtruim boven Nederland konden patrouilleren en indringers met grote vuurkracht konden aanvallen: zogenaamde luchtkruisers. De G.IA met Mercury motoren kwam in dienst met de Nederlandse LSK (Lucht Strijd Krachten, zoals de LVA na november 1938 heette) als jager-bommenwerper en speelde een bescheiden rol in mei 1940. Omdat de meeste vliegtuigen op de grond vernietigd werden in de vroege uren van de eerste dag van de oorlog.
In de zomer van 1938 vroeg de LVA om offertes voor een multifunctioneel vliegtuig, dat als een snelle bom-menwerper of als een strategische verkenner kon dienen. Fokker antwoordde met het aanbod van een heel nieuw ontwerp en van een G.I met een glazen neus, zoals de T.V had. Geen van beide werd besteld. Eind 1938, begin 1939 toonden verschillende buitenlandse luchtmachten (Zweden, België en Denemarken) serieuze belangstelling voor de G.I als verkenningsvliegtuig. Hierdoor kreeg ook de LSK weer wat belangstelling, en twee versies werden in detail bestudeerd, de versie met de glazen neus en een versie met een compartiment onder de romp, de zogenaamde Badkuip. Mock-ups voor beide versies werden gebouwd. De versie Badkuip versie was zo ontworpen dat het mogelijk was redelijk snel te jager-bommenwerper om te bouwen naar een verkenner en vice versa.
Op 21 april 1939 maakte de 304 met het waarnemers compartiment z’n eerste vlucht. Mogelijk heeft ook de 302 met een badkuip gevlogen, maar nooit op hetzelfde moment als de 304. Het vliegtuig werd geëvalueerd door potentiële klanten, waarvan het oordeel nogal verschillend was. De Nederlandse autoriteiten vonden te veel negatieve punten in beide versies en verloren hun interesse, commentaren van de andere luchtmachten waren tamelijk positief. De Zweden plaatsten eind 1939 een order voor 18 G.IA’s, uitgerust met extra brandstof tanks in de vleugels en externe bommenrekken en twaalf waarnemerscompartimenten. Die toestellen zijn niet afgeleverd door de invasie van Nederland in mei 1940.
Ik ga de upgraded MPM kit van de G.IA gebruiken om de Badkuip versie te bouwen ondanks de kritiek op de vorm van de romp in deze kit. In de kit zitten de injectie plastic onderdelen, transparante romp helften, resin de-len voor het cockpitinterieur en de motoren, fotoets onderdelen voor het instrumenten [aneel, stoelriemen en wiel en motor details, een transparant velletje met de klokjes er open decals voor de Nederlandse LSK versie met registratienummer 314 en een bouwhandleiding.
De handleiding is erg gedetailleerd en geeft aanleiding tot weinig vragen. Er zitten uitgebreide schilderinstructies bij en drie aanzichten van de twee basis versies. De badkuip wijzigingen moeten van scratch gebouwd worden, en de bewapening ga ik aanpassen aan die van de Zweedse versie.
Ik heb de informatie over de badkuip versie hoofdzakelijk uit referenties 4 en 9 gehaald (Hooftman en Gerdessen).
Referenties
1. P. Alting, Fokkers in Uniform, Driekwart eeuw militaire Fokker vliegtuigen, pp. 58, 62, Rebo Produkties, Sassenheim, 1988
2. R.A. Arnken, De Ontwikkeling van het Vliegtuig, pp. 165, 222, Gottmer, Haarlem, 1946
3. H. Hegener, Fokker, The Man and the Aircraft, pp. 168, 194, 221, ISBN 0-8168-6370-9, 1961
4. H. Hooftman, Nederlandse Vliegtuig Encyclopedie, Fokker G-I, pp. all, 3, Cockpit-Uitgeverij, Bennekom, 1977
5. H. Hooftman, Van Brik tot Starfighter, Deel I: Met stofbril en leren vliegkap, pp. 170, 182-196, 198, La Rivière & Voorhoeve, Zwolle, 1962
6. W. Schoenmaker & T. Postma, Klu Vliegtuigen, De vliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht vanaf 1913, pp. 20, 58-61, ISBN 90 6013 966 6, 1987
7. T. Wesselink & T. Postma, De Nederlandse Vliegtuigen, Alle vliegtuigen ooit in Nederland ontworpen en gebouwd, pp. 106-107, Unieboek B.V., Bussum, 1982
8. Vliegwereld, Het Dertigjarige Bestaan van de Nederlandse Fokkerfabriek 1929 – 1949, pp. 459, 462, 470, 481, Jaar-gang 15, No. 29, 1949
9. T. Postma, De F-16 en zijn voorgangers, Luchtvaart in beeld nr. 4, pp. 26-28, ISBN 90 620 7328 x, 1978
10. K. van de Berg, R. Hezemans & E. Koolhaas, Van Luchtvaartafdeling tot Koninklijke Luchtmacht, 75 jaar militaire luchtvaart in Nederland, p. 28, Rebo Produkties, Sassenheim, 1988
11. J. van den Berg, Militaire Luchtvaart Museum Soesterberg, p. 8, Militaire Luchtvaart Museum, Soesterberg, 1995
12. E. Franquinet, Fokker, Een leven voor de luchtvaart, p. 326, N.V. Uitgeversmaatschappij “De Pelgrim”, Eindhoven, 1946
13. H. Hooftman, Fokker, Bekende en onbekende vliegtuigtypes van A.H.G. Fokker, Neerlands grootste vliegtuigbouwer, pp. 30-31, ARTI beeld encyclopedie 36 , Alkmaar, 1959
14. T. Postma, Fameuze Fokker Vliegtuigen, p. 56, Luchtvaart in Beeld nr. 1, Omniboek, Kampen, 1978
15. T. Postma, Fokker, Bouwer aan de Wereldluchtvaart, pp. 120-122, Fibula - Van Dishoeck, Haarlem, 1979
16. W. Vredeling, Fokker D.23, p. 13, Geronomy bv, Maarssen, 2007
17. F. Troost, S. van der Zee & W. van Zoetendaal, Salto Mortale - Fokker in bedrijf 1911-1996, pp. 184, 235, ISBN 907557410X, 1998
18. W.C.J. Westerop, Fokker en de twintigste eeuw: een historische relatie, pp. 32, 36, ISBN 90-9011870-5, 1998
19. F. Gerdessen, K. Kalkman, C. Oostveen & W. Vredeling, Fokker G-1, Jachtkruiser - deel 1, ISBN 978-90-8616-110-2, 2011; speciaal pp. 180, 191-201.
Rob