Mijn volgende project wordt de Fokker W.4, die overigens door verschillende auteurs de W.3 genoemd wordt (en omgekeerd). Behalve de drang op mijn collectie Fokkers compleet te maken (wat waarschijnlijk nooit gaat lukken) speelt hier ook een rol om iets te maken dat duidelijk gerelateerd is aan de overblijfselen van de oude Fokker fabriek in Schwerin. Want wat daar ter plaatse duidelijk opvalt zijn de helling en de rails die vanuit de hal naar het meer achter de hal lopen. Een plaatje uit het boekje van Volker Koos met Fokker’s tweede watervliegtuig poging (de W.2) op de helling.
Dat zelfde plaatje werd later door de producent van de fabriekshal als reclame gebruikt (afbeelding uit het boek van Engels).
En hier zowaar de M.7 tussen de deuren gedurende de statische test (ondersteboven ophangen, vleugels volscheppen met zand). Ook uit het boek van Engels.
Zo ziet de Fokker hal er nu uit.
De rails lopen rechtsonder naar de deuren.
De Fokker W.4 was de derde poging van Fokker om een vliegtuig te construeren dat kon starten vanaf en landen op water. Hij gebruikte daarvoor naar verluidt een Fokker M.7 tweedekker, al lijkt de configuratie meer op die van de Fokker M.10. Het toestel werd voorzien van een set drijvers en de spanwijdte werd vergroot om het grotere gewicht te kunnen dragen. De foto hieronder is uit het boek van Grosz.
Het vleugeloppervlak was echter te klein, en het toestel kwam niet los van het water. De vleugelspanwijdte werd verder vergroot en de zeven cilinder Oberursel U.0 van 80 pk werd vervangen door een negen cilinder U.I van 100 pk. Onderstaande foto komt uit het boek van Troost. In die configuratie ga ik hem bouwen.
Het vliegtuig was geen succes; na een paar vluchten werd het weer omgebouwd tot een M.7.
De keuze voor de W.4 is opportunistisch: Er bestaat namelijk een HR model kit van de M.7, en als het in werkelijkheid mogelijk is een M.7 om te bouwen tot een W.4 moet dat ook in schaal mogelijk zijn.
Dus alles zit er in, behalve extra vleugel en de drijvers met ophanging. Die laatste zijn eenvoudig van scratch te bouwen, de vleugel is lastiger. Dus de weg van de minste weerstand (en de platste beurs) gekozen, en de laatste twee kitjes bij de LHS opgekocht (niet eens kwantum korting gekregen). De inhoud van de kit:
Er zit zowel een zeven- als een negen-cilinder Oberursel in, dus ook dat valt mee.
Uit het boek van Weyl heb ik een maatschets gehaald, waarschijnlijk gebaseerd op de M.7 en op foto’s, en ik heb die geschaald op de M.7 romplengte.
Dat leidt tot het volgende tabelletje:
Ref. 1:72
Spanwijdte bovenvleugel 15.19 m 211.0 mm
Spanwijdte ondervleugel 11.06 m 153.6 mm
Lengte 8.94 m 124.2 mm
Hoogte 3.69 m 51.3 mm
Motor Oberursel U.1 (100 hp)
Bemanning 2
In vergelijking met de tekening en de maatschets van de M.7 kit is de romp 1,5 mm te smal; ook ten opzichte van de cowling in de kit is ie te smal. Die zal dus opgedikt moeten worden. De verlenging van de vleugels gaat gebeuren door kannibalisatie van de tweede kit. De koorde van de vleugels op de maatschets is een paar millimeter kleiner dan van de vleugel in de kit. Dat laat ik maar zo.
Referenties1. A.S. Engels, Fokker und seine Flugzeuge, p. 180, ISBN 3-930571-52-8, 1996
2. P.M. Grosz & V. Koos, Fokker Flugzeugwerke in Deutschland 1912-1921, p. 84, ISBN 3-89880-355-4, 2004
3. H. Hegener, Fokker, The Man and the Aircraft, p. 214, ISBN 0-8168-6370-9, 1961
4. V. Koos, Die Fokker-Flugzeugwerke in Schwerin, Geschichte - Produktion - Typen, pp. 9, 25, ISBN 3-928820-21-4, 1993
5. P. Leaman, Fokker Aircraft of World War One, p. 75, ISBN 1 86126 353 8, 2001
6. T. Postma, Fokker, Bouwer aan de Wereldluchtvaart, p. 29, Fibula - Van Dishoeck, Haarlem, 1979
7. F. Troost, S. van der Zee & W. van Zoetendaal, Salto Mortale - Fokker in bedrijf 1911-1996, p. 21, ISBN 907557410X, 1998
8. A.R. Weyl, Fokker: The Creative Years, pp. 58, 137-138, Putnam, London, 1965
Tenslotte nog wat details over de andere avonturen van Fokker met watervliegtuigen in zijn Schwerin tijd. Het onderstaande komt uit het boek van Engels.
Die Fokker W.1 wurde 1912/13 basierend auf Fokkers Spinne entworfen.
Die W.2 entstand gegen 1913/14
Die W.3 wurde auf der Basis der M.7 bzw. M.10 im Jahre 1915 entwickelt.
Und zu guter letzt gab es da noch die W.4, die allerdings kein Flugzeug, sondern ein Sportgerät werden sollte, mit dem Fokker sich die Zeit auf dem Schweriner See vertrieb.
Een beetje lange inleiding, maar gezien de onbekendheid van de W.4 misschien terecht.
Rob