De Pander D, een vliegend kleinmeubel.HistoriePander was een gerenommeerde meubelfabrikant gevestigd in Den Haag. Het bedrijf leverde o.a. aan het Koninklijk huis en verzorgde de inrichting van het Vredespaleis in Den Haag.
Gedurende een periode van tien jaar werden er ook vliegtuigen gebouwd. Op 1 september 1924 werden de vliegtuigbouwactiviteiten overgenomen van de V.I.H., de Vliegtuig Industrie Holland.
Het eerste product waar men de markt mee op ging, was een klein éénmotorig eenzittertje, de Pander D. Dit was een doorontwikkeling van het VIH-type Holland H-2.
Het vliegtuig werd tentoongesteld op de Luchtvaartsalon te Parijs waar veel buitenlandse vliegers in de gelegenheid werden gesteld om kennis te maken met het “babyvliegtuig”.
Het toestel viel in de smaak, niet alleen vanwege de vliegeigenschappen maar ook door de fraaie afwerking. Uiteindelijk verkocht Pander toestellen in Spanje, Letland, Frankrijk en
Nederland waarmee het de eerste Nederlandse fabrikant werd die lichte sportvliegtuigen in serie bouwde.
Vanwege het kleine formaat werden het ook wel krielvliegtuigen genoemd.
In totaal zijn er 11 stuks Pander D geproduceerd waarvan twee voor de MLD en twee voor de ML-KNIL.
Panders grootste succes werd de Pander E, een anderhalfdekker lesvliegtuig waarmee de sportvliegerij in Nederland een flinke vlucht zou nemen.
Begin jaren ’30 wilde Pander minder afhankelijk worden van de bouw van sportvliegtuigen om de economische crisis te lijf te kunnen.
Dit leidde tot de ontwikkeling van de beroemde Pander S.4 Postjager. Een fraai ontwerp dat helaas door pech werd achtervolgd en tenslotte crashte tijdens de Melbournerace in 1934.
Naast de economische situatie zal dit verlies mede reden geweest zijn om de vliegtuigbouwactiviteiten in 1934 te staken.
Als "voordelige keus" in gebruik bij de MarineluchtvaartdienstIn juli 1924 hadden de Marinevliegers Elkerbout en Van Vloten al gevlogen op De Kooy met de H-2 “Holland Baby” waarbij een positieve indruk werd opgedaan.
Later dat jaar vlogen Elkerbout en De Bruijne met de eerste Pander D. Begin 1925 besloot de Marineleiding twee Panders aan te schaffen om hiermee op voordelige wijze de
vliegvaardigheid bij te kunnen houden.
Er werden een paar verbeteringen uitgevoerd waarvan de rollbar over de cockpit de meest opvallende was. In juli 1925 werden beide toestellen afgeleverd met de marineregistraties P1 en P2.
De Panders zijn naar het schijnt vooral voor pleziervluchten gebruikt. De Anzanimotoren leverden de nodige problemen op en ook proeven met de Bristol Cherub leidden niet tot verbetering waarop werd besloten de Anzanimotoren te modificeren.
Voor bewezen diensten schonk Pander de eerder genoemde Holland H-2 aan Marinevlieger Elkerbout. Hij had echter niet voldoende tijd en middelen om de kist te exploiteren.
Het toestel werd daarop met de registratie H-NACE als semi-militair vliegtuig door Marinevliegers gebruikt om goedkoop officiële vlieguren te kunnen maken.
In januari 1927 verongelukte deze H-2. In 1928 en 1933 werden de twee MarinePanders uit dienst genomen.
Technische gegevens MLD-versie:Afmetingen:
Spanwijdte 8,00 m
Lengte 4,95 m
Hoogte 1,65 m
Motor 3 cilinder Anzani van 25 pk
Vlieggewicht 305 kg
Snelheid 110 km/h
Vliegbereik ca. 700 km
Plafond ca.3000 m
Bronnen:- Pander, een Haagse vliegtuigbouwer - Harm J. Hazewinkel
- De Nederlandse vliegtuigen - Theo Wesselink, Thijs Postma
- Van Farman tot Neptune Deel I: Romantiek van watervliegtuigen en vliegboten- Hugo Hooftman
- Nederlandse Marinevliegtuigen –Thijs Postma en Nico Geldhof
- Zestig jaar Marineluchtvaartdienst in beeld –Hugo Hooftman
- 70 Jaar Marineluchtvaartdienst-Nico Geldhof
- Camouflage en Kentekens – John Greuter e.a.
En alvast een schetsje gemaakt om er een beetje in te komen, dit wordt tenslotte een volledig eigenbouw model:
Vanaf mijn kant wens ik alle deelnemers aan deze groepsbouw veel succes!
Paul