De doos is open en ik heb wat research gedaan rondom deze jager. Hier komt het geschiedenislesje.
De Nakajima Ki-44 Shōki (鍾馗, Zhong Kui) was een eenmotorige jager, die gebruikt werd door de luchtmacht van het Keizerlijke Japanse Leger in de Tweede Wereldoorlog. Het eerste prototype vloog in augustus 1940 en werd operationeel in september 1942 na uitvoerige tests boven China. De Geallieerden gaven hem de codenaam “Tojo”, maar de Japanse omschrijving was “Leger Type 2 Eenzitsjager” (二式単座戦闘機).
Het prototype van de Ki-44 Shoki (1940)Hij was minder wendbaar dan zijn voorganger, de Nakajima Ki-43 Hayabusa (“Oscar”) en vliegers waren er niet erg op gesteld vanwege zijn hoge vleugelbelasting, slechte grondzicht en hoge landingssnelheid. Maar ondanks dat bleek de Shoki duidelijk superieur aan de Ki-43. Hij kon wedijveren met alle Geallieerde jagers qua stijg- en duiksnelheid. Daarnaast bleek de bewapening – 4 12,7 mm machinegeweren of 2 20 mm kanonnen en 2 12,7 mm machinegeweren - zwaarder en effectiever dan die van de Ki-43.
Deze kenmerken maakte de Shoki een bruikbare onderschepper van de B-29-formaties die Japan teisterden, waardoor hij topprioriteit kreeg van het Japanse oppercommando in het laatste oorlogsjaar. Echter, het enorme gebrek aan goed getrainde en ervaren piloten, waar zowel leger als marine na 1942 in toenemende mate mee kampten, leidde er toe dat de effectiviteit van het vliegtuig beperkt was en de goedgetrainde, agressieve en ervaren Geallieerde in het voordeel waren.
Een line up van Shoki's. Aan het embleem op de staart is te zien dat deze toebehoren aan de Akeno Leger Vliegschool, lente 1944. Hier werden vooral bemanningen getraind van squadron doe overstaptemn van de Ki-43 Hayabusa naar de Ki-44. Let op de Isuzu 40 tankwagen.Eind 1942 vond de eerste grote verbetering van de Shoki plaats door hem te voorzien van een nieuwe krachtiger motor, de Nakajima Ha-109 met maar liefst 1520 pk. Deze Ki-44-II (het onderwerp van mijn kit) werd niet alleen in het thuisland Japan gestationeerd, maar ook op Sumatra, Birma, Maleisië en China, meestal in de defensieve rol van interceptor.
Er werd met verschillende typen bewapening geëxperimenteerd op verschillende subversies en tenslotte zag de 3e generatie Shoki’s in juni 1943 het licht, de KI-44-III, die met de 2000 pk zware Ha-145 motor was uitgerust en waarvan vleugel- en staartvlakken werden vergroot om het toestel aan te passen aan de grotere motor en het toegenomen gewicht beter te kunnen dragen op grotere hoogten. Daar werden er niet zoveel van gebouwd, omdat inmiddels de productie was gestart van de nog beter Ki-84 Hayate, die bij de legerleiding de nieuwe favoriet werd. Najaar 1944 stopte de productie van de Shoki. Er werden er in totaal 1225 van gebouwd.
Ki-44-IIb Shoki, 47e jager groep, Narimasu AB, Tokyo 1945Een ander probleem waar de Shoki mee te maken kreeg was dat het door de gewijzigde tactiek van de Amerikanen niet goed mogelijk was B-29 formaties effectief aan te vallen, al wilde de Japanse oorlogspropaganda anders doen geloven. Na twee dramatische missies met grote verliezen besloot men de bommenwerpers in strakke, gesloten formaties te laten vliegen waardoor de vuurkracht vergroot werd. Op 8 september 1944 naderde een formatie van 83 B-29's vanuit China het Japanse thuisland. Alle hoop was gevestigd op de Shoki's, die de verdedigingsklus wel zouden klaren. Het tegendeel bleek waar. In tweetallen vielen de Shoki's aan en sneden als messen door de formatie. Omdat ze niet lang op dze hoogte konden blijven vliegen moest alles gebeuren in een enkele pass. Bij een frontale aanval konden ze nauwelijks groeperen alvorens de bommenwerpers het vuur openden. Aanvallen van onder af bleken ondoenlijk door het massieve vuur van de buikkoepels. Aanvallen van achteren waren nauwelijks te overleven. De vliegers kregen te maken met problemen waar ze nooit op getraind hadden: de grote B-29's creëerden hun eigen luchtstromingen die de Shoki's destabiliseerden en zogen hen in hun kielzog waar ze de prooi werden van staartschutters. Ze waren niet meer te hanteren, tenzij ze meteen na de aanval doken bij het naderen van de neus van de bommenwerper. De grote verliezen werden door de legerleiding geheim gehouden en men ging nu steeds vaker tweemotorige jagers inzetten tegen B-29's.
Aan het einde van de oorlog was er tenminste 1 Shoki eenheid, die zich specialiseerde in kamikaze-aanvallen als luchtverdedigingsmethode: de Shinten Seikutai.van de 47e Sentai: niet geheel zonder succes ramden zij B-29 bommenwerpers boven de omgeving van Tokyo. De op de doos afgebeelde Shoki deed dienst bij deze eenheid.
Tenslotte deed de Shoki vanaf 1945 enige tijd dienst in de legerluchtmachten van nationalistisch en communistisch China.
Bronnen:
- Richard M. Bueschel: Nakajima Ki.44 Shoki Ia,b,c / IIa,b,c in japanese Army Air Service, Aircam Abviation Series, Osprey, Canterbury UK, 1971
- Thomas newdick: Japanse Aircraft of World War II 1937-1945, Technical Guide, London UK, 2017