walesha schreef:
Haja, ik dacht al in die richting en nee, dat werd niet gebruikt in woon- en slaapkamers. Men gebruikte dat op tuin- en keldermuren, soms op zolders en dan ook nog in fabriekshallen, schuren, stallen en loodsen.
De stuc op binnenmuren van bewoonde kamers bestond toen uit twee delen: het bruin en het wit... de bruine onderlaag was een mengeling van zand, leem en fijngehakt stro en/of hooi, in sommige streken werd ook klei gebruikt i.p.v. leem.
Het wit was het zelfde als de witkalk die je vernoemd maar dat werd als een dikke pap over de bruine laag uitgestreken. In voorkomend geval werd er aan de kalk ook wel witte cement toegevoegd. Dit alles werd later vervangen door bvb Knauf.
was een mengeling van zand, leem en fijngehakt stro en/of hooi, in sommige streken werd ook klei gebruikt i.p.v. leem. in Woonhuizen en stadshuizen nooit van gehoord heeeeel vroeger ja, maar in de jaren 30 en later werd dit niet meer gedaan. Op het platteland in oude boerderijen werd dit ook wel toegepast.
Een stukadoor, stuc-, plak- of pleisterwerker is een vakman die een afwerklaag van stucwerk aanbrengt op muren en plafonds in het interieur van een gebouw. Dit kan dienen als bescherming of alleen ter verfraaiing. De afwerklaag kan bestaan uit pleister of specie van uiteenlopende samenstelling. In vroeger eeuwen,
met name in de 18e eeuw, leverden gespecialiseerde stukadoors, sierstucwerkers, een belangrijke bijdrage aan de barokke decoratie van
kerken, paleizen, woonhuizen en openbare gebouwen.