Foto: Wikimedia (rechtenvrij) Achtergrond (geen kopieerwerk van Wikipedia, dus scroll je hier niet al te achteloos voorbij?
)
De DC-9 van de Amerikaanse vliegtuigfabrikant Douglas is een klein straalverkeersvliegtuig dat bedoeld was om de succesvolle propellertoestellen als de DC-6 en DC-7 te vervangen. Met ditzelfde doel ontwikkelde Douglas eerder al de DC-8; een van de eerste verkeersvliegtuigen met straalmotoren. Waar de DC-8 was uitgerust met vier motoren die onder de vleugels hingen, keek Douglas bij het ontwerp van de DC-9 stiekem af bij de Fransen en hun revolutionaire
Sud Aviation Caravelle. Daar was Douglas niet de enige in hoor, Fokker deed hetzelfde met het ontwerp van de F-28 Fellowship en de Britten kwamen met de BAC 1-11 aanzetten. En gelijk hadden ze, want het basisontwerp van een airliner met motoren achteraan de romp en een hooggeplaatst staartstuk bracht een hoop voordelen met zich mee. Doordat er aan de vleugels geen motoren hoeven te hangen, zoals bij de DC-8 en Boeing 707, konden de flaps een stuk nuttiger worden uitgevoerd. Voordeel: een lagere start- en landingssnelheid, en dus minder vereiste baanlengte. Ook zijn zulke hooggeplaatste motoren een stuk minder gevoelig voor het aanzuigen van objecten (steentjes etc.) vanaf de grond, en kunnen dit soort toestellen wat lager op de pootjes staan. Handig voor bagage-afhandelaars en in- en uitstappende passagiers!
Over dat laatste gesproken: de DC-9 was uitgerust met een trap onder de staart, zoals ook de Caravelle en BAC 1-11 dat hadden. Dit zie je tegenwoordig eigenlijk nooit meer, hoewel de opzet van motoren achteraan de romp en een hoge T-staart nog altijd wordt gebruikt in nieuwere ontwerpen. Denk aan de Bombardier CRJ en Embraer 145.
Het vroegste model DC-9 was de 10-reeks, waarvan het eerste toestel werd afgeleverd in 1965. Uit deze serie nam KLM een aantal DC-9-15's af.
Vrij snel daarna, in 1967, volgde de langere DC-9-30 serie. In de tussentijd was Douglas gefuseerd met vliegtuigbouwer McDonnell, en stond de fabrikant bekend als... je raadt het nooit: McDonnell Douglas. Behalve een verlengde romp werd ook het vleugelontwerp verbeterd. De spanwijdte nam met een kleine meter toe, en de vleugels werden langs de voorranden uitgerust met slats. Dit zijn uitschuivende panelen die samen met de flaps zorgen voor een lagere minimale vliegsnelheid voor bij het starten en landen. Als kers op de taart werd het vermogen van de Pratt & Whitney JT-8D's opgeschroefd. Ook van de -30 nam KLM er een aantal af.
Een serie -10 en een serie -30? Daar moet nog iets tussen, moeten de Scandinaviërs gedacht hebben. SAS, de gezamenlijke luchtvaartmaatschappij van Denemarken, Noorwegen en Zweden, zocht een vliegtuig om verschillende slecht uitgeruste vliegvelden in de uitgestrekte dunbevolkte contreien der vikingen met elkaar te verbinden. De DC-9-30 zou dit prima voor elkaar kunnen boksen, maar SAS zocht eigenlijk een wat kleiner model. De 10-serie zou beter passen, maar was qua prestaties niet toereikend. De koude zakenmannen kregen Douglas zover om het beste van de twee series te combineren. Het resultaat, de 20-serie, had de korte romp van de -10 en de verbeterde vleugels en motoren van de -30. McDonnell Douglas bouwde precies tien stuks, die allen aan SAS werden geleverd. Toen SAS ze jaren later weer van de hand deed, zijn ze doorverkocht aan andere maatschappijen zoals ValuJet, een omstreden Amerikaanse low-budgetmaatschappij. Vandaag de dag is er nog één Series -20 luchtwaardig en in handen van een Amerikaans skydive-bedrijf. Hiermee kun je je á Dan Cooper van de trap in de staart af storten. Vet!
Het modelMocht je het nog niet doorhebben: dit bouwverslag gaat over een DC-9-21 van SAS, zoals afgebeeld op de foto. De DC-9's in dit kleurenschema werden in eerste instantie afgeleverd met blank metalen vleugels en romponderzijde. Later werden deze blank metalen delen overgespoten in egaal grijs, omdat het toch erg lastig bleek om het aluminium te behoeden voor slijtage en corrosie. Ik ga voor de moeilijke weg, en rust mijn model uit met 'natural metal'. Het model zal niet lijken alsof het net de fabriek uit is gerold; het resultaat zoals ik dat voor ogen heb zal eruit zien alsof SAS het toestel liever gisteren al in de spuithal had gezet.
De bouwdoos is van Fly Model uit Tsjechië en de decals van LN Decals. Van beiden heb ik nog geen foto's, vrees ik.
Over deze bouwdoos zijn de meningen verdeeld. Op het eerste gezicht is het een keurige kit, in mooi strak gegoten wit plastic en mooie pasvorm, maar er mankeert het een en ander aan. De Tsjechen hebben iets teveel gekeken naar de MD-80 (een sterk gemoderniseerde variant van de DC-9) waardoor de ophangbeugels van de motoren te smal zijn en de wielen te groot. Ook kloppen de (op zich mooi ingegraveerde) paneellijnen niet overal even goed. Sommigen beweren dat ook de plaatsing en grootte van de motoren incorrect is; ik heb me er niet heel hard in verdiept, maar heb nog niet ontdekt wat er dan niet zou kloppen.
Ik heb even getwijfeld of ik de ophanging van de motoren wil verbeteren. Bij de Caravelle die ik nu bouw kosten juist deze onderdelen me nogal wat hoofdbrekens waardoor er al een tijdje geen updates meer zijn geweest (komt goed hoor!) en een operatie gaat bij mij al vaak ten koste van de strakke look van een model. Uiteindelijk heb ik me er toch maar aan gewaagd.
In twee stukjes styreen van 1 mm dik heb ik gaatjes geboord op dezelfde afstand als de gaatjes in de oorspronkelijke ophangbeugels.
Deze stukjes plastic werden toen tegen de oorspronkelijke ophanging gelijmd. Ik heb het gebruikte boortje hierbij gebruikt om de gaatjes uit te lijnen.
De breedte van de beugels klopt nu beter, maar natuurlijk moet er nog een hoop overtollig plastic worden weggewerkt. Dit was echter een heel stuk minder werk dan het lijkt.
De verbeterde beugels werden voorzien van metalen pennetjes om de motoren straks stevig te kunnen bevestigen. Bijkomend voordeel: ze zijn nu stevig vast te klemmen voor bij het spuiten, zonder ze al vast te moeten lijmen. Ook de T-staart kreeg een metalen pennetje om de toch wel erg summiere ophanging van de onderdelen te verstevigen.
Daarna heb ik een ander kenmerk van de DC-9 aangepakt. Aan de linkerkant van de romp, tussen de vleugel en de motor, zit een ronde opening met een vlinderklep. Dit is het uitstroomventiel voor de cabinedruk. Wanneer het vliegtuig aan de grond staat, staat deze klep meestal open, zoals goed te zien is op deze foto:
https://www.airlinercafe.com/Walkaround ... D%2019.jpg Meestal wordt dit ventiel weergegeven door een decal, zoals op deze DC-9-31 die ik jaren terug gebouwd heb. Los van dat dit er nogal vlak uitziet, heb ik de decal destijds ook niet echt lekker gemikt, zie ik nu...
Op deze DC-9 heb ik het rondje uitgeboord:
...en voorzien van een vlinderklepje van PE. Deze komt van de PE-set die ik voor de Caravelle heb gekocht en is bedoeld voor in de motor ofzoiets, maar die heb ik daar niet nodig. De grootte was perfect!
Nadat ik de Baby Douglas in de primer had gezet, heb ik een nogal slordige poging tot pre-shading gedaan voor het witte dak. Een first voor mij, dus niet lachen.
Het resultaat staat me echter niet tegen!
Het witte dak werd afgeplakt en de rest van het toestel werd in Daco airliner wing grey gespoten. Daarna volgde een helse afplakklus. Het middendeel van de vleugels en een strook aan de onderzijde van de buik blijft deze kleur grijs, terwijl de rest metaalkleur krijgt. Deze afplakklus heeft me twee avonden gekost. Ook is hier te zien dat ik twee uitsparingen in de afgeplakte strook op de romp heb gelaten voor de vrachtdeuren, en dat ik voor de voorste vrachtdeur een stukje paneellijn dicht moest plamuren.
Alclad gloss black base moet een goede ondergrond zijn voor de mooiste metaalglans. Voordat de metaalverf eroverheen gaat ga ik het zwart flink 'breken' door veel panelen een andere kleur te geven zodat de metaalkleur straks een lappendeken van verschillende tinten wordt, net als in het echt. Met dit doel heb ik ook een paar vlakjes grijs gelaten en hier de tape al van verwijderd, zoals een strip langs de slats aan de vleugelvoorrand (links zit nog tape, rechts is de grijze streep al te zien).
Een flinke logistieke puzzel dus, qua spuitvolgorde! Ik ben heel benieuwd hoe het er straks uit komt te zien. Wordt vervolgd
groetjes Jelle