De verwering bij de uitlaten is nu ook gedaan. De uitlaat zelf heb ik met een iets te vochtige dry-rush mat zwarte enamel gedaan. Dat leverde een dikke streep roet op. Daarna heb ik de randen met Tamiya poeder 'burned red' en 'oil stain' bijgewerkt. Hierdoor verdween de zwarte roet weer onder de poeder. Uiteindelijk kwam deze in een gekromde baan terug door er een nat wattenstaafje doorheen te halen. Het is allemaal geseald met Vallejo Mat. Dat is een mooie varnish als er daarna niets meer afgeplakt hoeft te worden (want het laat weer los onder de kracht van tape).
De motoren waren Pratt & Whitney R2800 Double Wasp met 18 cylinders, opgesteld in twee radialen achter elkaar. De uitlaten waren van de cabine afgekeerd. Dit was enerzijds om het geluid in de cabine te reduceren en anderzijds om te voorkomen dat passagiers angstig werden van de grote vlammen uit de uitlaat tijdens vol vermogen.
Er werden twee types propellor toegepast op de DC-6. De Curtiss Electric of, zoals in het geval van de PH-TRC, de Hamilton Standard hydromatische props. Die waren voorzien van een ‘reverse’, waarbij tegendruk werd geleverd voor het afremmen na het landen en konden volledig in de vaanstand gezet, om weerstand zo klein mogelijk te maken mocht de motor uitvallen in de vlucht. Ook nieuw waren de electriche de-ice strips op de propeller bladen. In combinatie met de verwarmde vleugels (geen de-ice boots) maakte dit de DC-6 uitstekend geschikt voor het vliegen in ijscondities.
De liveryDe laatste fase is het aanbrengen van de decals. Dat gaat nog wat voeten in de aarde hebben, omdat het setje decals van 26 toch niet helemaal perfect is.
Eerst maar eens een klein vergelijk (beloofd is beloofd Jan
). Ik heb beide setjes hier liggen; boven de originele DutchDecals die mooi passen, waar de ramen zelf uitgesneden moeten worden en waar met name het donker groen niet helemaal correct is. Onder ligt het setje van 26decals dat momenteel in de handel is in 1/72 en 1/144. De kleuren kloppen, maar bij de dry fit blijkt dat ze niet helemaal op het model passen.
De licht groene baan loopt niet door in de bovenste lijn van de cockpit ramen en de randen van de service door passen niet helemaal. Ook moet er nog een raam worden uitgesneden, want de PH-TRC had drie ipv twee ramen in het voorste deel van de cabine.
De decals van DutchDecals bieden de mogelijkheid twee verschillende versies te maken; de 1966 livery, met 'T-bird Valkenburg' opschrift en de tekst "TRANSAVIA" boven de entry door. En zonder de randen om de noodluiken, want die kwamen pas bij de aanpassing van de livery in 1968. Deze randen zitten standaard bij de 26decals, die dus de latere livery voorstelt zonder naam op de neus.
Het is moeilijk een keuze te maken welke van de twee toe te passen. Ideaal gezien gebruik ik de 26decals, want daarbij zijn de kleuren correct. Ook vind ik het om esthetische reden mooier dat de noodluiken zijn voorzien van omranding. Maar tja... tijdens de eerste vlucht heette het toestel 'T-bird Valkenburg' en dat is natuurlijk ook wel gaaf.
Ik denk dat het een hybride livery gaat worden, waarbij ik het donkergroen van 26decals ga gebruiken en het licht groen van DutchDecals (die sluiten mooier aan). Dat betekend automatisch ook randen om de luiken, waarbij ik de separate randen van DutchDecals toepas bij de service door (die passen namelijk wel). En ik moet niet te puristisch worden; natuurlijk komt de originele naam van de eerste vlucht op 16 november 1966 gewoon op de neus.
VJ