Enige tijd geleden heb ik de belangstelling gepeild voor een kit van de Q.E.D., het jacht van Anthony Fokker, gebouwd in 1938. Hoewel de belangstelling niet overweldigend was (eigenlijk zijn tenminste 30 maar liefst 50 bestellingen nodig) is door de garantstelling van een aantal Fokker enthousiasten het project financieel haalbaar. De masters worden gemaakt door Maarten Schönfeld (romp en opbouw) en ondergetekende (detaillering en de rest), als schaal is 1:144 gekozen. Dat levert een redelijke kostprijs op en toch nog voldoende detail.
Eerst wat details over de Q.E.D. (Quod Era Demonstrandum, wat bewezen moest worden). Het jacht is in de USA ontworpen door Fokker in samenwerking met de scheepsontwerper William Atkin en gebouwd door de Consolidated Shipbuilding Corporation, Morris Heights, New York City. Op 20 juni 1938 is het te water gelaten. Het schip was 33,53 meter lang, had een waterverplaatsing van 66 ton, een kruissnelheid van 16 tot 17 knopen en een topsnelheid van 29 knopen. Dat laatste werd bereikt door het bijschakelen van twee 600 pk Capitol Wright Typhoons (in een later stadium luchtgekoelde Wright Cyclones vliegtuigmotoren) naast de “standaard” twaalf cilinder 800 pk Vimalart V-2500-1 motor.
Het schip was hoofdzakelijk uit hout geconstrueerd, waarbij veel in de vliegtuigbouw gehanteerde technieken werden gebruikt. In de ontwerpfase kon zo bijna 7 ton constructie gewicht bespaard worden, wat ten goede kwam aan het laadvermogen en de snelheid. De romp was onderverdeeld in negen waterdichte compartimenten. Veel aandacht werd besteed aan geluids- en trillingsisolatie. Voor de stroomvoorziening en ventilatie was een aparte Ford V-8 motor geïnstalleerd, een tweede V-8 was aanwezig als reserve, maar kon ook verplaatst worden voor ander gebruik.
De vormgeving van het jacht was ronduit futuristisch. Zowel voor en achterdek waren gedeeltelijk overdekt en een deel van het dak kon geopend worden om met behulp van een laadboom motorboten, kano en andere drijvende voorwerpen overboord te takelen.
Op de tekeningen heb ik slaapaccommodatie voor acht passagiers en vijf bemanningsleden geteld. Verder een salon en een royale eetkamer, en natuurlijk keuken en voorraadkamers. De stuurhut was voorzien van moderne instrumentatie en er was ook radio aan boord, met de bijbehorende radio operator.
Op 7 oktober 1939 kwam de Q.E.D. aan een tragisch eind. Fokker had het jacht uitgeleend aan zijn net getrouwde vrienden mr. en mrs. Richard Vance en ’s nachts brak brand uit, vermoedelijk als gevold van een slecht gedoofd vuur in de open haard (ja, die was er ook). Het jacht brandde volledig uit en zonk in de Hudson River. Een van de bemanningsleden verdronk, de andere opvarenden kwamen er ongeschonden vanaf.
Er zijn twee lezenswaardige referenties. Een artikel van Hisco Baas inSVZ Maritime jaargang 136 van september 2015 en een artikel in Motor Boating van september 1938.
Maar nu de bouw. Maarten is in april begonnen met de romp. Opbouw zoals gewoonlijk: verschillende doorsneden in dwars en langs richting in 1 mm styreen, waarna de ruimte er tussenin opgevuld worden met balsa.
Ik ben begonnen met wat kleine dingetjes: de mast en de kraan.
Daarna ben ik deze week begonnen met de motorboot. Zelfde methode als de romp, maar met dien verstande dat die niet gesloten zal zijn, maar dat er zitplaatsen in aangebracht moeten worden.
Bovendien is hij veel kleiner, wat weer het gebruikelijke gepeuter oplevert.
Rob
_________________
----------------
Bouwverslagen op
http://www.hollandaircraft.nl/De 1/144 kit van F-RSIN van de Fokker F.28 Mk. 1000 is on-hold. Nu bezig met de 1/72 Valom kit van de Fokker T.V en de masters voor een 1/72 Koolhoven F.K.55 kit.