Negen jaar geleden ben ik begonnen met het verbouwen van een 1/48 Piper PA-28 Cherokee naar de iets grotere Piper PA-28 Warrior. Dat was toen omdat ik precies 10 jaar daarvoor mijn eerste solo vlucht had gemaakt op deze kist. Maar ik had niet de juiste decals en wist niet hoe ik dat kon organiseren. Het model kwam uiteindelijk half afgebouwd en slordig geschilderd ergens onder het stof te liggen…
Piper PA-28 Cadet van de NLS
Piper PA-28 Warrior II van de NLS. De PH-SBX, waar ik in 1999 mijn eerste solo vlucht op heb gemaakt!
het oude model onder het stof vandaan gehaald...met lekker vergeelde Humbrol wit.
Twee jaar geleden heb ik het model weer opgepakt en heb ik samen met TheFlyingDutchman decals laten printen. Het model is weer kaal geschuurd, gescribbed, met pre-shade effecten gespoten en voorzien van details. En nu is het bijna klaar.
Het zou prachtig passen in deze BB: duidelijk general aviation, mooie Nederlandse historie, leuke herinnering aan mijn studententijd bij de NLS. Het is ook zeker een Buddy-Build, al was het maar vanwege de hulp van Jelle. Alleen heb ik geen foto-log bijgehouden. Sorry…
Maar als de moderators mij toestaan, zal ik het model toch hier posten. Omdat het zo goed past in het onderwerp. Daarnaast zal ik zo goed mogelijk de verschillende stadia de van bouw beschrijven.
Van Cherokee naar WarriorDe PA-28 is een lijn van het op drie na meest gebouwde vliegtuig ter wereld (#1=C172, #2= Il-2, #3=BF-109). De naam voor alle verschillende modellen was aanvankelijk ‘Cherokee’. Later is deze lijn uitgebreid met andere modellen zoals Arrow, Archer, Warrior, Dakota, Pathfinder en Cadet. Uit de PA-28 lijn komen ook de zespersoons PA-32 Cherokee Six en de twee motorige PA-44 Seminole voort. Er zijn tot nu toe meer dan 32.000 PA-28’s gebouwd en de productie van de modellen Arrow en Archer-DX gaat nog steeds door.
Bij gebrek aan een kit voor een moderne PA-28 variant, is mijn model een samenvoeging geworden van twee kits:
- Bandai Piper Cherokee 140 uit 1973 (in de uitgave van Minicraft)
- PM Model SIAT 223 Flamingo uit 1986.
De belangrijkste aanpassingen aan het model waren:
- grotere ‘semi-tapered’ vleugels
- andere neussectie voor een zwaardere motor met een grotere propeller
- meer ramen in de cabine en in een andere configuratie
- vertical stabilizer met een kleine verhoging
- geen wielkappen om de wielen
De romplengte van het brandschot naar achteren is niet verschillend, dus die kon hetzelfde blijven. De spanwijdte van de horizontal stabilizer had iets groter gemoeten, maar dat heb ik niet gedaan. Zo zijn er nog wel een paar details te noemen die ik, had ik het hele model nu aangepast, anders zou hebben gedaan dan negen jaar geleden.
Semi-tapered wingsDe eerste versie van de Piper PA-28 kwam uit in 1960 en had een eenvoudige, robuuste constructie. Het was de goedkopere concurrent van Cessna’s model 172.
De vleugels waren korte, rechte planken (‘plank wings’ of officieel ‘Constant chord wings’): parallel leading & trailing edges. Goedkoop in productie, maar inefficiënt omdat de buitenste delen van de vleugel nauwelijks lift leveren, maar wel gewicht en weerstand toevoegen.
In 1975 introduceerde Piper het model PA-28-151 ‘Cherokee Warrior’, dat een iets ruimere cabine had voor vier in plaats van 2 mensen en vleugels die halverwege zowel aan de voorrand als aan de achterkant een lichte knik hadden, waardoor het uiteinde van de vleugel overgaat in een gelijkbenig trapezium: de ‘tapering’. Naast efficiënter werd de vleugel hierdoor stabieler bij lage snelheden en werden de overtrekeigenschappen gemoedelijker. De Warrior werd een ideale leskist.
Van het oorspronkelijke model heb ik de vleugels afgezaagd ter hoogte van de overgang van flap naar rolroer. De tips van de Cherokee waren platter, de groot en dus niet bruibaar. Maar de smalle tips van de SIAT 223 Flamingo waren perfect. Dus heb ik de tips van de Flamingo gezaagd en de overige Flamingo vleugel in twee delen, onder de juiste tapering hoek op de overgebleven vleugel van de Cherokee gelijmd. Het middenstuk van de vleugel heb ik opgevuld met een plaatje styreen. En zo ontstond de semi-tapered vleugel van de Warrior. Als basis heb ik een schaaltekening gebruikt. Alle hoeken heb ik, middels die tekening, op het oog gedaan.
De rolroeren heb ik voorzien van een ribbeloppervlak door dunne strookjes styreen te lijmen en daarna bijna geheel vlak te schuren. Het is de bedoeling dat dit een effect geeft, zoals ook op de staart en op de flaps. Het is een experiment...
MotorDe motorbehuizing van de Cherokee 140 is gemaakt voor de relatief lichte Lycoming O-320 motor van 140 pk. De Warrior die ik er van wilde maken had de zwaardere Lycoming O-320 versie van 160 pk. Daarvoor was een iets grotere motorbehuizing nodig. Op het oog bijna die van de Flamingo. En de prop van de Flamingo was zelfs perfect. Om de motorbehuizing naar voren toe iets smaller te krijgen is het geheel 1x doormidden gezaagd en onder een kleine hoek naar elkaar toe verlijmt.
Er zit geen motortje in het model, zoals dat wel bij het origineel van Bandai zo is. Nu heb ik er een moer in gelijmd, om te voorkomen dat het een tail sitter wordt.
CabineHet interieur van het Bandai model heeft 4 stoelen. Eigenlijk was de Cherokee 140 en 2 zitter, maar als je verder geen bagage (of te veel brandstof!) meenam, konden er wel 4 mensen in zitten. Eigenlijk een 2+2 zitter. De Warrior II, had een sterke verbetering qua performance en kon daardoor gemakkelijk 4 mensen met bagage en 5 uur brandstof meenemen.
De oorspronkelijke cabineramen heb ik opgevuld met styreen en daarna glad geschuurd. De huidige ramen zijn opnieuw uitgesneden. Het transparant is later toegevoegd. De deur (die alleen aan de rechter kant zit) heb ik daarbij open gezet. Net zoals op een foto van vlak na mijn eerste solo vlucht op deze kist.
Die liggen al twee jaar te wachten. De Olympic decals waren destijds voor de Skyvan.
Het is een soort 'ChopShop' model geworden. De laklaag moet het hem gaan doen....klaar voor de spuiterij!
VJ