Voor deze groepsbouw heb ik een Fokker D21 liggen van Classic Airframes, dit is een mooi doosje met Kunsthars onderdelen, Pe en plastic. Geweldige doos en eens wat anders dan Revell. Als puber verslond ik boekjes van K Norrel en andere schrijvers bij de vleet, zo heb ik de Fokkker D21 leren kennen. En was ik super trots op deze vliegtuigjes en de piloten die ons landje proberen te verdedigen tegen de slechte Duitsers. Het bouwen van deze D21 heeft dan ook wel wat emotionele waarde.
over het vliegtuig (uit wiki)
De D.XXI was bedoeld voor de onderschepping van vijandelijke vliegtuigen. Het toestel werd ontworpen voor het ML-KNIL, dat echter koos voor Amerikaanse toestellen. Vervolgens werd de D.XXI aangeschaft door de LVA, de Luchtvaartafdeling van het Nederlandse leger, die de eerste exemplaren in 1938 in dienst stelde. Dit waren exemplaren met een krachtiger motor, die volgens Finse specificaties waren ontwikkeld. De D.XXI werd met de oorspronkelijke lichtere motor geleverd aan Denemarken en met de zwaardere motor aan Finland. Denemarken bouwde tien exemplaren in licentie. Finland bouwde het type eveneens in licentie en gebruikte het met succes tijdens de Winteroorlog. Na de Winteroorlog hervatte Finland de productie, met een andere motor. Hoewel ook Spanje de licentierechten verkreeg (Hispano Aviacion) zijn er nooit Spaanse toestellen in dienst gekomen. Er werden 25 rompen en 50 vleugels gebouwd. Slechts een exemplaar werd testgevlogen met een Russische M-25 motor. De fabriek viel daarna in Nationalistische handen en de Fokkers werden niet afgebouwd. Onderdelen werden later gebruikt voor de bouw van Hispano 42 trainers [1].
Exemplaren in Musea[bewerken]
In 1988 bouwde Fokker nog één exemplaar voor het Militair Luchtvaart Museum te Soesterberg. In het Centraal-Fins Luchtvaartmuseum (Keski-Suomen ilmailumuseossa) in Tikkakoski staat een exemplaar dat rond 1989 is samengesteld uit verschillende onderdelen van Finse D.XXI's. De romp behoorde tot de FR-110, dit exemplaar behaalde tijdens de Winteroorlog de meeste overwinningen.
Constructie[bewerken]
De romp werd geconstrueerd met metalen buizen. Het voorste deel werd bekleed met metaal en het achterste deel met linnen. De vleugels werden bekleed met hout. Het onderstel was niet intrekbaar en bestond uit een paar veerpoten; de wielen waren wel van gestroomlijnde kappen voorzien.
Inzet in Finland[bewerken]
Bij het begin van de Winteroorlog had Finland 36 toestellen gebouwd en in dienst, alle met Mercury VIII motor. [2] Naast de verouderde Bulldog tweedekkers, waren dit de enige Finse jachtvliegtuigen. De D.XXI voldeed uitstekend bij de inzet tegen bommenwerpers maar had moeite met de wendbare I-15, I-153 en I-16 jagers. De Finse luchtmacht legde zich daarom toe op het bestrijden van bommenwerpers. En met succes, want de D.XXI haalde 119 overwinningen tegen slechts enkele verliezen. Vanaf februari 1940, vlak voor het einde van de Winteroorlog, begonnen andere jachtvliegtuigen te arriveren en werd de Fokker als belangrijkste jachtvliegtuig afgelost. Wel was inmiddels begonnen met de bouw van een nieuwe serie van 50 toestellen met een Twin Wasp Junior motor. Deze was in principe even krachtig als de Mercury, maar had een hoger gewicht en voldeed mede daardoor minder goed. Bij de hervatting van de oorlog in 1941 werd de Fokker voornamelijk nog ingezet bij grondaanvallen. Exemplaren die de oorlog overleefden vlogen nog tot 1948. Tegenwoordig is de D.XXI in Finland een icoon voor de ongelijke overlevingsstrijd van 1939 / 1940.
Inzet in Denemarken[bewerken]
Op 9 april 1940 werd Denemarken in één dag bezet door nazi Duitsland. De Deense luchtmacht werd op de luchtmachtbasis van Værløse goeddeels op de grond vernield door Me-110 jagers en bood verder geen weerstand meer [3]. De D.XXI werd dus niet ingezet. Bijna alle toestellen werden door de Deense luchtmacht hersteld. De Deense strijdkrachten bleven formeel bestaan alhoewel ze niet meer mochten opereren. In 1942 werden de uitrustingsstukken alsnog door Duitsland in beslag genomen en de toestellen die in Duitse handen vielen werden door de Luftwaffe ingezet als doelsleper.
Inzet in Nederland[bewerken]
Op 10 mei 1940 werd Nederland overvallen. Bij de LVA werden patrouilles vaak met 3 kisten gevlogen. Alleen de patrouilleleider had een radio aan boord, en wanneer hij orders van de grond ontving moest hij zijn vleugelmannen met handsignalen instrueren. Door de geringe snelheid, in belangrijke mate door het vaste onderstel en het geringe motorvermogen veroorzaakt, was de jager in het nadeel tegenover de Messerschmitt Bf 109. Het toestel was echter in het voordeel door de grotere wendbaarheid en de kleinere draaicirkel. Een boordkanon was een gemis in de bewapening.
In zijn boek Oorlogsvlieger van Oranje beschreef Bob van der Stok zijn ervaringen met de D.XXI gedurende 10 tot 14 mei 1940. Hoewel de Fokker D.XXI het samen met het andere operationele type, de Fokker G.I, redelijk deed tegenover de moderne jagers en bommenwerpers van de Duitse Luftwaffe, gaven het kwantitatieve en het kwalitatieve overwicht van de vijand uiteindelijk de doorslag. Enkele exemplaren van de D.XXI werden door de Duitsers buitgemaakt. Eén ervan werd in het "Beuteflugzeuge Museum" in Berlijn tentoongesteld, tot dit museum in 1942 in een bombardement vernietigd werd.
Inzet in Nederlands-Indië[bewerken]
Het prototype van de D.XXI, registratie FD-322, werd gebouwd voor de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (ML-KNIL). Uiteindelijk is het prototype daar ook terecht gekomen, hoewel ML-KNIL geen bestelling voor de D.XXI plaatste[4]. Volgens ooggetuigen was het in juli 1940 een van de gevechtsvliegtuigen van de ML-KNIL die voorzien werden van het nieuwe camouflagepatroon. Het toestel zou tot maart 1942 geregistreerd zijn en is waarschijnlijk op de grond vernield op het vliegveld Andir. Gevechtsacties zijn niet bekend.[5]