Een leuk tussendoor projectje was het opknappen van een oud Airfix/Heller modelletje waar ik altijd een zwak voor heb gehad. De Dragon Rapide; een mooi toestelletje dat een kleine maar belangrijke rol heeft gespeeld in het opstarten van de Nederlandse commerciële luchtvaart direct na WO2. Het was het eerste lijntoestel dat vliegverbindingen onderhield, terwijl Schiphol nog een tentenkamp was. En in de jaren van de wederopbouw is het een belangrijk platform geweest voor luchtcartografie ten behoeve van bouwend Nederland. En het was één van de eerste vier toestellen van het KLu No.334 Transport squadron.
GeschiedenisDe DH.89 Dragon Rapide is de opvolger van de DH.84 Dragon, maar met voor die tijd typische uiterlijke kenmerken als taps toelopende vleugeltips en stroomlijnkappen rond het landingsgestel zoals we dat kennen van het racevliegtuig DH.88 Comet die de London-Melbourne race won.
In 1934 vloog het prototype. Het toestel bood plaats aan 8 passagiers en was iets sneller dan haar voorganger (vandaar dus ‘Rapide’). Er zijn er meer dan 700 van gebouw en handvol toestellen is in 2016 nog luchtwaardig.
Voor WO2 zijn er 205 civiele toestellen gebouwd in de fabriek in Hatfield. Daarnaast werden 186 militaire varianten gebouwd voor surveillance en verbindingsdoeleinden die de RAF naam ‘Dominie’ kreeg. In 1942 besloot DeHavilland zich volledig te concentreren op de bouw van de DH.98 Mosquito en werd de bouw van de overige 335 Dominies uitbesteedt aan Brush Coachworks Ltd, die het toestel tot 1946 produceerde.
KNILMDe eerste Nederlandse Dragon Rapides deden dienst vanaf 1934 bij de Koninklijke Nederlandsch Indische Luchtvaart Maatschappij. In het kader van oliewinning in Nieuw Guinea waren goede landkaarten nodig. Voor dit doel richtte KNILM de ‘Fototechnische Dienst’ op, die met drie Dragon Rapides (PH-AKU, PH-AKV, PH-AKW) begonnen met het fotograferen en in kaart brengen van duizenden kilometers oerwoud. De AKW ging al in 1936 verloren, gevolgd door AKU in 1938. AKV werd in 1942 Op Andir vernield op last van de legerautoriteiten om te voorkomen dat ze in handen zou vallen van de vijand.
RegeringsvliegdienstIn de oorlog was de Nederlandse infrastructuur zo beschadigd dat bepaalde delen van het land alleen door de lucht bereikbaar waren. Omdat de KLM vloot nagenoeg volledig verloren was gegaan werd door de overheid de Regeringsvliegdienst opgericht. De Rijksluchtvaart Dienst (RLD) was verantwoordelijk voor de exploitatie en de KLM voor de uitvoering van de vluchten. Het Ministerie voor Verkeer en Energie kocht 4 door Brush Coachworks Ltd gebouwde Dominies. In September 1945 kwamen PH-RAA (c/n 6890) en PH-RAB (c/n 6891) aan. PH-RAC (c/n 6893) en PH-RAD (c/n 6895) kwamen aan in Oktober van dat jaar.
Van januari tot en met mei 1946 werden ook nog twee extra Dominies gehuurd van de RAF; NF869 werd PH-RAE (c/n 6740) en NR731 werd toepasselijk PH-RAF (c/n 6819).
Gedurende 1946 nam de KLM het passagiersvervoer over met eigen Dakotas. De vier Dominies van het Ministerie voor Verkeer en Energie werden op 6 mei 1947 uitgeschreven en verkocht aan East African Airlines in Kenia. De twee van de RAF gehuurde toestellen gingen naar de luchtmacht.
Lucht Strijdkrachten (LSK)Want de LSK richtte op 17 juni 1946 te vliegkamp Valkenburg No.1 Transport Vliegtuig Afdeling op (TransVA). Deze kreeg de beschikking over 4 Dominies;
V-1 ‘Limburg’ (ex RAF NF877)
V-2 ‘Zeeland’ (ex RAF NR976)
V-3 ‘Gelderland’ (ex RAF NF869 en ex PH-RAE)
V-4 geen naam (ex NR731 en ex PH-RAF)
De Dominies werden zilverkleurig gespoten en kregen Nederlandse insignes. In de winters van 1946 tot 1950 werden ze regelmatig ingezet voor het onderhouden van lijndiensten tussen Leeuwarden en Ameland en Schiermonnikoog. Naast de Waddenvluchten werden de Dominees gebruikt voor het geldtransport voor het uitbetalen van de maandelijkse soldij, hetgeen de Dominies de bijnaam gaf van "de Zilvervloot". In 1948 hebben alle vier de Dominies met tijdelijke burger registratie in Palestina gevlogen ten behoeve van de Verenigde Naties.
Op 1 december 1952 werd No.1 TransVa omgedoopt in Koninklijke Luchtmacht No.334 Transport squadron (die nu met de KDC-10’s op Eindhoven AFB opereert). De Dominies speelden nog een belangrijke rol tijdens de Watersnood van 1953, waarbij voorraden werden gedropt en tal van communicatietaken werden vervuld. In 1956 viel het doek voor de Dominies in Nederlandse militaire dienst toen V-1 en V-2 werden verkocht naar de UK.
Dominie V-3 en V-4 waren in januari 1952 al uit militaire dienst gegaan. V-4 ging naar East African Airlines (samen met de vier andere Dominies van de Regeringsvliegdienst). V-3 werd verkocht aan de KLM als PH-TGC, die het twee jaar later veranderd in PH-OTA.
KLM AerocartoIn 1924 had de KLM het Fototechnisch en Cartografisch Bedrijf opgericht, met als doel het maken van luchtfoto’s. Daarvoor werden in de periode voor WO2 diverse vliegtuigen gebruikt, die bijna allemaal de toepasselijke registratie PH-OTO kregen.
Na de oorlog werden voor dit doel twee Austers gebruikt, waarvan er ook weer één de registratie PH-OTO kreeg. Tussen 1953 en 1962 werd de PH-OTA wereldwijd ingezet voor luchtfotografie, waarbij het toestel geschikt gemaakt was voor ‘loodrecht’ opnamen, door een camera in de buik aan te brengen die vanuit de cabine bedient kon worden.
In 1954 veranderde de naam in KLM Aerocarto. In de jaren ’90 kwamen de aandelen in handen van de Heidemij (later ARCADIS), die in 2003 de luchtfotografie taken uitbesteedde aan derden en haar fotoarchief heeft overgedragen aan het Aviodrome.
Incident PH-OTA 05 mei 1959 Na het uitvoeren van een fotovlucht zou er weer op Schiphol geland worden. Tijdens de nadering controleerde de bestuurder of de remhefboom los stond. Vanwege het drukke verkeer bestond er een vrij grote kans dat er eventueel een doorstart gemaakt moest worden en daarom wachtte hij lang met het uitklappen van de vleugelkleppen. Toen hij dat tenslotte deed, vergiste hij zich en trok de remhefboom aan. Bij de daaropvolgende landing, met geblokkeerde wielen dus, sloeg het toestel onmiddellijk na de aanraking met de grond voorover en gleed vervolgens over een afstand van 50 meter op hoofdwielen en neus alvorens tot stilstand te komen.
Gered voor het nageslachtDe schade van de neuslanding bleef beperkt en het toestel werd gerepareerd. Op 25 mei 1961 werd de Pilatus Porter PH-OTB in gebruik genomen en werd de Dominie verkocht aan Aero Ypenburg, dat vanaf Zestienhoven doording met het cartografiewerk. Vanaf 1966 was de volgende eigenaar N.V. General Aviation, ook vanaf Rotterdam. Maar deze heeft slechts kort gebruik gemaakt van het toestel. Daarna kwam het in onbruik en belande het als speeltoestel in Avifauna in Alphen aan den Rijn. Gelukkig kwam redding door het Militair Luchtvaartmuseum op tijd. Het toestel is in 1968 volledig gerestaureerd en is sindsdien te bewonderen als museumstuk in al haar glorie als V-3 ‘Gelderland’, gestoken RAF camouflage kleuren.
Het doopzeel van de D.H.89A Dragon Rapide ‘Dominie’ c/n 6740:
22 mei 1944 - 18 Maintenance Unit (RAF NF869)
12 september 1944 - Metropolitan Comm. Squadron 1316/Dutch Comm. Flight
16 maart 1946 - Regeringsvliegdienst (PH-RAE)
16 juni 1946 - No. 1 TransVA (V-3 "Gelderland”)
30 augustus 1948 - Staat der Nederlanden (United Nations PH-VNC)
08 oktober 1948 - terug naar No. 1 TransVA (V-3 "Gelderland”)
23 januari 1952 - buiten gebruik gesteld en te koop (PH-TGC)
19 november 1952 - KLM N.V.
3 mei 1954 - KLM Aerocarto (PH-OTA)
6 juli 1962 - NV Aero Ypenburg
5 augustus 1966 - NV General Aviation Rotterdam
9 november 1966 - Avifauna Alphen a/d Rijn (Inschrijving doorgehaald)
december 1968 - Soesterberg; restauratie en toegevoegd collectie MLM
VJ