De Spitfire blijft (naast de DC3) voor mij één van de meest tot verbeelding sprekende vliegtuigen ooit. De sierlijke lijnen, gecombineerd met het karakteristieke geluid van een V12 Merlin of Griffon laat mij bij elke ontmoeting weer ademloos toekijken.
Wanneer ik na jaren besluit modelbouw als hobby weer op te pakken behoeft het dan ook weinig nadenken over welk model als eerste aan de beurt komt: Spitfire!
Na enig zoeken kwam ik uit op bovenstaande doos van Revell met daarin een Spitfire Mk. IX / XVI, een reissue van de Hasegawa Mk. IX. Kortom, Japanse kwaliteit tegen een redelijke prijs.
Pagina 10 van het geweldige naslagwerk "Dutch Spitfires, A technical study" van Harry van der Meer en Theo Melchers laat een pracht plaat zien van Spitfire MK732 (3W-17), genomen op Soesterberg in 1952.
Naast de inspirerende foto was er ook een praktische overweging om deze uitvoering te gaan bouwen. Met zijn relatief eenvoudige aluminium kleur schema was dit bij uitstek een mooie kist om voor het eerst mijn nieuwe airbrush (black bull) uit te proberen. Na een korte zoektocht op marktplaats.nl had ik een setje Dutch Decal's te pakken, zodat niets een begin in de weg stond.
Beginnen is het meest lastige, daarna gaat alles een stuk makkelijker
Met zelf gemixt 'interior green' begonnen de binnenkant van de kist te spuiten. Ik moet bekennen dat ik op zag tegen het airbrushen, maar het is me in de praktijk 100% meegevallen. Zoals zo vaak is ook hier 'just do it' het devies.
Ook nieuw; washes met olieverf. Nou ja, watergedragen olieverf en dat was dan ook gelijk de laatste keer, vloeien deed het nauwelijks. Inmiddels heb ik 'echte' olieverf aangeschaft, eens kijken wat dat doet bij het washen van de panel lines.
Een groot gedeelte van de lol zit hem ook vooral in het zo dicht mogelijk benaderen van de realiteit. Zo heeft de koevoet in het cockpit luik de standaard metaalkleur meegekregen waarmee de vliegtuigen af-fabriek werden geleverd. De rode koevoet die je vandaag de dag meestal in Spitfires aantreft is een uitvinding van ruim na de tweede wereldoorlog.
Veel zin in hak- en breekwerk had ik niet, vandaar dat het cockpitluik gewoon op z'n plek blijft.
Wel heb ik met een pin-vise de openingen in de cockpit frames open geboord. En heb ik met Tamiya tape de gordels na proberen te bootsen. Veel tijd en energie heb ik hier verder niet in gestoken, aangezien je uiteindelijk bitter weinig van de cockpit zult kunnen zien.
En dan begint een van de belangrijkste karweitjes van het bouwen; het verlijmen van de vleugel en de romp. Met tape en wat meetwerk met m'n oude vertrouwde geodriehoek zo goed mogelijk de juiste hoek tot stand weten te krijgen. De romp blijkt uiteindelijk toch enigszins getordeerd, waardoor de hoogte roeren niet helemaal zuiver ten opzichte van de vleugels blijken te staan. Met wat trekken en duwen kwam ik toch uit op een alleszins redelijk resultaat. Anyway, wat gaan het straks echt zien wanneer het landingsgestel wordt gemonteerd.
De pasvorm was over het algemeen goed. Her en der wat putty gebruikt om de naden bij te werken. Het grootste euvel zat aan de onderkant, bij de verbinding tussen de vleugel partij en de romp. Met een naald in de pin-vise heb ik de paneellijnen weer hersteld. De foto boven laat het resultaat zien.
Met een laagje Tamiya primer (uit de spuitbus) ziet de Spit er ineens een stuk beter uit.
De volgende stap is het spuiten van de aluminium op romp en vleugels. Ik ga daarvoor Testors metalizer gebruiken. Een mooie verf die na droging met een doek is op te poetsen zodat er een metaaleffect ontstaat.
Wordt vervolgd.
Henk